woensdag 7 oktober 2009

Sweet sixteen

Vannacht had ik een vreemde droom. Moeilijk te omschrijven ook. Daarom dat ik het nu nog probeer voor hij mij volledig ontglipt is.

Het was in de eerste plaats avontuurlijk. Vol nieuwe verwachting. En op een positieve manier puberaal. Let op .... ik zoek mijn woorden. Ik zat op kot, maar had de door veel mensen als ideaal geziene leeftijd van zestien-zeventien jaar (waarom is mij een raadsel, hoewel mijn droom misschien wel het een en ander laat raden). Zachte warme kleuren deze keer. De zon scheen door de jaloezieën en het was een late nazomerdag. Ik bevond mij in het huis en de huisbazin arriveerde en vermeldde mij 'dat het niet meer nodig' was, ik mocht doen wat ik wou. Aan alle kanten kwamen er jongelingen naar buiten, in de gang, en we besloten een grote reis te ondernemen. Ik herinner mij een openluchtzwembad, een treinreis en de Middellandse Zee. Maar wàt er precies allemaal gebeurde kan ik mij niet meer herinneren... We hadden plezier, we haalden serieus wat kattenkwaad uit. We maakten ruzie en legden weer bij. Maar we waren vooral vrolijk en vol energie.

Een fijne droom, tout court.
Spijtig dat ik er mij niet meer van kan herinneren.

*sluit licht gefrustreerd blog af*

Reis door wolken van sneeuw en ijs.

Dag lieve dromenlezer

Dit is mijn eerste droom die ik hier neerschrijf. Ik had hem een paar nachten terug, en vond hem zo leuk dat ik met deze mijn dromenblog wens te openen. Daar gaat ie dan...

Beeld je eens in
Hoog in de ijle lucht
Blauw en grijs en wit
Bodemloos, donker en licht

Dwarrelende sneeuwvlokjes
Een streepje wind

Ik wandel op de wolken. Ze zijn sneeuwwit... als een fantastisch berglandschap van bogen en bulten en heuvels en rotsen... maar van het blauwste wit. En hier en daar een spleet die toegang geeft tot een oneindige zachtblauwe diepte. Het is fris, maar niet koud. Uit mijn mond komen wolkjes en mijn rode sjaal voelt aangenaam warm rond mijn oren. Ik voel mij vrij.
Ik wandel erdoorheen. Rustig. Boven mij schitteren wolken die zich hoger samenpakken, maar ik vind deze wolken leuk. Via bogen van sneeuw en ijs beweeg ik mij ertussendoor.

Dan zet ik mij af en begin te zweven, te vliegen. Onder witte massa's door, door tunnels, en ik merk dat ik niet meer alleen ben. Ik maak deel uit van een grote karavaan. Tientallen mensen volgen een bepaalde route door deze heldere, maar toch zonloze ijle wereld van lucht en blauw.
Dan wordt het mistig... We zijn verdwaald. Waar moeten we nu naartoe?
Opeens schiet uit de mist een vliegtuig. Even grijs als de massa waarin we ons bevinden en we volgen het gevaarte, reizen zij aan zij, buitelen erlangs...

Tot we ons in een onmetelijke open vlakte bevinden. Alles blauw. De zon schijnt. We dartelen vrolijk door de lucht en zien in de verte nieuwe mooie wolken. We vliegen ernaar toe.
Dit zijn wolken die zich rond de hoogste bergtoppen ter wereld hebben geschaard. Ik bevind mij met de anderen tussen die wolken, die onmerkbaar overgaan in witte sneeuw die op de berghelling ligt. Of ijzige bogen die kloven en ravijnen overbruggen. Meer nog... je weet gewoon niet meer of we ons op een berg of in een wolk bevinden, maar het is prachtig.

Een blauwe ronde tunnel van ijs leidt mij door de bergen. En aan de ingang staat een ouderwetse lantaarnpaal. Eenzaam en alleen. Zwart. Met een zacht lief lichtje.
In de tunnel loopt het mis. Het ijle gevoel verdwijnt. Maar een groot besef van de hoogte waarop ik mij bevind dringt zich op. Uit de ijsrotswanden steken zwarte stokken. Ze blijken noodzakelijk te zijn om mij een weg te banen door de tunnel. Dat ik blijkbaar niet meer kan vliegen lijkt mij ontgaan te zijn. Ik slinger met het grootste gemak door de tunnel, van de ene steun naar de andere, en opeens wordt de tunnel een diepe kloof en bevindt zich onder mij een pittoresk bergdorpje, dat in de uitgang van de kloof gebouwd is.
Ik laat mij zakken en laat mij vallen in het dorpje.